Hoe ziet een hond?

Hoe ziet een hond?

Het zichtvermogen van honden die als huisdier worden gehouden stamt nog uit de tijd van toen ze jagers en ‘wolven’ waren. Om een prooi te kunnen bemachtigen, was het nodig dat ze goed in de schemering konden zien en bewegingen snel konden waarnemen. Een uitgebreid kleurenpalet was daarnaast nooit echt van belang of van nut.

Vroeger werd daarom aangenomen dat honden alleen maar zwart-wit konden zien. Tegenwoordig is bekend dat honden wel een kleurenspectrum kunnen waarnemen, maar dat dit weliswaar afwijkt van dat van mensen.

Hoe is het oog opgebouwd?

Alle ogen, van mens of hond, hebben een netvlies. Op het netvlies bevinden zich staafjes en kegeltjes. Deze zijn van belang voor de kleurherkenning en lichtgevoeligheid. Terwijl de staafjes op het netvlies verantwoordelijk zijn voor de lichtgevoeligheid, zorgen de kegeltjes op het netvlies ervoor dat kleuren worden herkend.

Hondenogen zijn optimaal afgestemd op de jacht:

Minder kleurrijk
Honden hebben slechts twee soorten kegeltjes (mensen drie). Het kleurenspectrum bestaat hierdoor alleen uit blauw, violet en geel. Rood lijkt voor honden geelachtig, groen kunnen ze helemaal niet waarnemen en purper ziet er simpelweg grijs uit. Over het geheel genomen is de wereld door de ogen van honden minder kleurrijk dan bij mensen.

Beter zicht in de schemering
Via het zogenaamde ‘tapetum lucidum’, een lichtreflecterende laag cellen direct achter of in het netvlies, wordt het invallende licht versterkt (dit zorgt eveneens voor het typische oplichten van de ogen bij nachtdieren wanneer ze in het donker worden beschenen). In combinatie met een groot aantal staafjes wordt het zicht in de schemering hierdoor scherper en beter ten opzichte van ons mensen.

Snel bewegingen registreren
Honden zijn licht bijziend en kunnen stilstaande objecten minder goed registreren. Zodra een object beweegt, kunnen ze het echter ook van veraf zeer snel registreren, d.w.z. op het moment dat een prooi het op een rennen zet.

Weids overzicht
Het gezichtsveld van een hond kan wel 240° bedragen, omdat in vergelijking met mensen de ogen verder uit elkaar staan. Zo kan hij een groot terrein gemakkelijker afspeuren naar prooidieren. Het betekent echter ook dat de ruimtelijke waarneming minder goed is dan bij mensen.

 

terug naar advies