De lichaamsverzorging

De lichaamsverzorging

Om uw pup gezond te houden, is het belangrijk hem al vroeg te laten wennen aan bepaalde handelingen op het gebied van lichaamsverzorging. Alles wat de pup al in de eerste levensmaanden leert kennen en waar de hond mee vertrouwd is levert later geen stress meer op.
 

Regelmatige verzorging en inspectie als gezondheids-check

Maakt u voor de lichaamsverzorging van uw hond voldoende tijd vrij en wees vooral in het begin geduldig – als u zelf gestresst bent, draagt u dit over op uw hond. Bijzonder in de oefenfase in het begin is het van belang dat u steeds hondesnoepjes of een speeltje als beloning geeft. De hond moet eraan wennen dat …

  • zijn vacht geborsteld wordt,
  • zijn poten, oren en ogen gecontroleerd worden,
  • hij zich bij de bek laat vasthouden, zodat tanden en tandvlees gecontroleerd kunnen worden.

Kent de hond deze regelmatig terugkerende handelingen, dan zullen later ook de tandverzorging en het nagelknippen heel veel eenvoudiger en ontspannender gaan, zowel voor u als voor uw hond. Ook bij de dierenarts is uw hond dan al aan deze handelingen gewend en zal het bezoek met veel minder stress verlopen. Idealiter vindt de verzorging altijd op dezelfde plek plaats, wat het routineuze van de handeling voor uw hond versterkt. Deze plek moet rustig gelegen, met een niet gladde, gemakkelijk te reinigen ondergrond zijn.

Bij jongere pups is voor de verzorging van de vacht met een zachte borstel voldoende, want de vacht heeft op deze leeftijd een pluizige heel zachte struktuur. De eerste rui kan per ras sterk verschillen en kan soms al na vier maanden beginnen.

Als de hond ouder wordt, is de verzorging ook afhankelijk van de vachtstruktuur. Kortharige vacht is makkelijk te verzorgen; het is het vaak voldoende de hond eenmaal in de week te borstelen om losse haren te verwijderen. Bij langharigen, bij krullend haar of honden met veel onderwol moet dikwijls dagelijks gekamd worden. Bepaalde ruwharige hondenrassen (zoals de foxterrier) kunnen niet zelfstandig verharen. Deze rassen moeten daarom regelmatig vakkundig getrimd worden om huid en haar gezond te houden. Tot de regelmatige verzorging en gezondheids-checks behoort in elk geval het volgende:

  • Controleert u tijdens het borstelen of daarna de poten op voorwerpen of beschadigde voetkussens. Hiertoe tilt u één voor één de poten op, de hond kan ondertussen zitten of liggen.
  • Tilt u regelmatig de lippen op om de hond aan latere gebitscontroles te laten wennen.
  • Bij de controle van de oren moet erop gelet worden, dat de oren schoon zijn en niet onaangenaam ruiken. Bij vieze oren is een voorzichtige reiniging van de oorschelp met een zachte doek zinvol. In geen geval wattenstaafjes gebruiken!

Ook de ogen moeten kort gecontroleerd worden. De ogen horen schoon en helder te zijn. Is de huidrand om de ogen vuil, dan kan men deze met een vochtige doek voorzichtig schoonmaken.

 

Baden

Een pup hoeft alleen in bad als hij heel vies is of wanneer het om medische redenen vereist is. Pups hebben een bijzonder gevoelige huid waarvan de natuurlijke zuur beschermingslaag kan worden beschadigd door regelmatig te baden.

Als een bad nodig is, gebruik dan lauwwarm water en een speciale verzorgende hondenshampoo. Na het bad moet de hond meteen afgedroogd worden, zodat hij niet verkouden raakt. Langharige rassen en honden met veel onderwol kan men bovendien voorzichtig drogen met een (niet te hete) haardroger en hiervan een gewoonte maken. In aansluiting aan het baden dient het dier zich op een warme plaats op te houden.

 

Tandenwissel

Alle puppy’s komen zonder tanden ter wereld. In de eerste weken komen dan de melktandjes door. De wisseling naar het blijvende gebit volgt aansluitend tussen de vierde en zevende levensmaand. In deze tijd hebben veel puppy’s meer behoefte aan kauwen en indien nodig wordt overal aan geknabbeld – ook aan schoenen of meubels! Om dit te vermijden en de kauwbehoefte toch te bevredigen, is het aan te bevelen de jonge hond daarvoor bedoelde mogelijkheden ter beschikking te stellen (bijvoorbeeld speciale kauwspeeltjes). Vaak merkt de hondenbezitter weinig van de tandenwissel van zijn hond. Toch is het zinvol om regelmatig in de bek van de hond te kijken. Op die manier kan men bijvoorbeeld ontstekingen op tijd vaststellen. Ook kan het gebeuren dat een blijvende tand al is doorgebroken, terwijl de ( persisterende ) melktand nog niet uitgevallen is. Dit komt bijvoorbeeld heel vaak voor bij de hoektanden van kleinere hondenrassen.

In dit geval dient u, om vergroeïngen van de tanden te voorkomen, met uw hond bij de dierenarts langs te gaan. Deze beslist dan of de melktand eruitgetrokken dient te worden.

 

terug naar advies